Mijn onderstaande verhaal over Jan Hennink en Neeltje Bakker en hun dochters Maartje en Trijntje, is verwerkt in een artikel in het Noordhollands Dagblad 10 april 2021, geschreven door Petra Bies.

Jan Hennink geboren in Winkel op 18 december 1820, zoon van Jacob Hennink en Trijntje Amels. Jan trouwt op Wieringen 22 juni 1851 met Neeltje Bakker, geboren Barsingerhorn 23 mei 1824. Neeltje is dienstbode op Wieringen en ontmoet daar de metselaar Jan Hennink, die verblijft in het logement van Evert Pot, Wijk C nummer 65. Het echtpaar gaat wonen in Wijk C nummer 150a en krijgen twee dochters, Maartje (1852-1926) en Trijntje (1856-1936).

Jan heeft als beroep metselaar maar dat gaf geen voldoening waardoor hij besluit ook als venter van eieren en andere producten van het eiland, aan de slag te gaan. Wanneer zijn dochters de huwbare leeftijd bereiken, blijkt dat de jongste dochter zich ontwikkelt als winkelierster en een eigen winkel in de Hoofdstraat begint, ‘De kleine winkel’. Maartje heeft interesse in Pieter Maars, geboren in Schagen en van beroep stalknecht en slachter. Het huwelijk tussen Neeltje en Jan, botert inmiddels niet mede door het voorgenomen huwelijk van hun dochter, waar hij het niet mee eens is.

Echtgenote Neeltje en dochter Maartje zouden samen met Pieter Maars samenspannen tegen Jan, zo voelde hij het in ieder geval. Jan leefde hierdoor al een paar jaar in onmin met zijn gezin. Hij is tegen de verloving met de stalknecht. Pieter zou sterk en flink zijn maar een onvriendelijk karakter hebben. Zelfs een vijandige en dreigende houding. Het werd allemaal zo ernstig dat hij een pistool aanschaft en vertrekt naar Nieuwediep waar hij gaat inwonen en om daar zijn handel in snippen en vogels voort te zetten. Maar de handel tierde niet, hij raakte aan het zwalken en werd verslaafd aan sterke drank.

Jan Hennink in 1872.

Op 24 februari 1872 is hij van plan om met een schuitje zeilend naar Wieringen te varen en zich onderweg voor zijn kop te schieten. ’s Middags heeft hij zijn pistool geladen met kruit, een prop en drie ganzenlopers van het grootste soort en afscheid genomen van zijn hospita, die inmiddels gewend was aan zijn somberheid en er geen aandacht meer aan schonk. Hij drinkt zich moed in in herberg de Leeuwerik, daarna de herberg van Boll.

Dan blijkt hij te laat te zijn voor het bootje naar Wieringen. Hij besluit om naar het Poolse koffiehuis/tapperij van Janssen te gaan, aan het havenhoofd. Het plaats delict, waar het bewuste schot met het ganzenhagel geladen pistool gelost wordt, op de mede aanwezige H.Pz. Gomes. Deze man is voor Jan een onbekende met wie hij vooraf een niets betekende woordenwisseling had over het feit dat Gomes vond dat Jan niet zou kunnen schieten en de handel in snippen niets voor hem was. Jan wordt knorrig en zegt ‘Ik zou je wel voor je kop willen schieten’, pakt zijn geweer en schiet.

Gomes dacht dat Jan het niet meende maar verborg toch zijn hoofd achter zijn handen en de ganzenlopers, waar het geweer mee was geladen, raakten daarom voornamelijk de klep van zijn pet. De gevolgen zijn gelukkig niet zo treurig als men aanvankelijk vermoedde. Het bloedverlies was groot en de uitroep van Gomes deed ook nog een duit in het zakje; ‘Hij heeft me doodgeschoten’. Gomes werd overgebracht naar het hospitaal van de marine waar de hagels rondom het rechteroog uit het vlees werden verwijderd. Inmiddels was Hennink door de ontstane confusie ontsnapt maar werd snel door J.C. Abbenes gevonden op een steiger in de haven. Jan stond daar klaar om in het water te springen en zichzelf te verdrinken.

Lachlust

Jan moest zich in juli 1872 voor het provinciale gerechtshof in Noord-Holland verantwoorden voor ‘poging tot moedwillige doodslag’ en het moedwillig toebrengen van een kwetsuur waardoor Gomes meer dan twintig dagen niet kon werken. Uit het getuigenverhoor bleek, dat de huiselijke omstandigheden van de beschuldigde niet van de aangenaamste aard waren en waar hij zich dikwijls over had beklaagd bij een van de Helderse getuigen waar Jan in de kost was. De getuige: ‘Meermalen heeft Jan aangegeven dat het beter zou zijn als hij dood was en dat hij ten gevolge van de onaangename thuisomstandigheden verslaafd was geraakt aan sterke drank waardoor hij suf werd en in een verkeerde veelal droefgeestige stemming verkeerde’. Gomes gaf aan Jan niet te hebben geplaagd en of getreiterd. Andere getuigen gaven echter aan dat het gesprek tussen de mannen ‘de lachlust had opgewekt’.

Deskundige dokter Van Leent vertelde dat het schot wegens de zeer zwakke lading geen dodelijke verwondingen had kunnen veroorzaken, tenzij het projectiel, een zogenaamde ganzenloper, onder zeer bijzondere omstandigheden juist bij toeval midden in het oog terecht was gekomen en vervolgens de hersenen had kunnen doorboren. Meester J. Spoor achtte bewezen zowel de feiten als het doel om te doden, het laatste door de bewezen handelingen en uitdrukkingen van de beschuldigde voordat hij het schot loste. De rechtbank geeft aan na de verklaring van Van Leent, dat niet is bewezen dat het schot niet dodelijk was. Maar juist door de verslaving aan de sterke drank meende Spoor dat Hennink een gevaarlijk mens was en ‘wiens onschadelijkmaking voor een geruime tijd noodzakelijk was’. Hij vroeg daarom een veroordeling tot een cellulaire gevangenisstraf van twee jaar.

Johannes Christiaan de Marez Oyens.
mr. Johannes Christiaan de Marez Oyens
(Amsterdam 1845- Partenkirchen 1911).
Advocaat en minister onder Abraham Kuyper.
Hij verongelukte tijdens een wandeling in Partenkirchen.

Jenever-god

Dan betreedt Mr. J.C. De Marez Oijens het requisitoir. Hij heeft een andere mening, hij vindt dat het niet bewezen is dat de beschuldigde, verslaafd aan het overmatig offeren van jenever-god en versuft was door misbruik van deze drank, schuldig is aan poging tot moord. Ook is niet bewezen dat Gomes daadwerkelijk niet heeft kunnen werken door zijn verwondingen mede omdat hij zich vroegtijdig uit de behandeling had getrokken, wat het herstel heeft vertraagd. En dat Gomes niet eerlijk had geantwoord over zijn beroep. Hij was geen visser maar sjouwer op de vaste wal en dus geen last heeft kunnen hebben van schittering op het water.

De uitspraak: Het hof heeft niet bewezen verklaard; 1e dat het schot tot de dood van Gomes had kunnen lijden en ten tweede de verzwarende omstandigheden: verwonding, ziekte of beletsel om 20 dagen niet te kunnen werken, heeft veroorzaakt. Jan Hennink, oud 51 jaar, van beroep koopman en poelier, wordt veroordeeld tot een cellulaire gevangenisstraf van 1 jaar en tot betaling van een geldboete van acht gulden, subsidiair 1 dag cellulaire gevangenisstraf.

Jan Hennink geboren Winkel, wonende op Wieringen, leeft een uitzonderlijk leven.
Jan Hennink overlijdt op 12 maart 1895 op Wieringen.

Jan overlijdt Wieringen 12-03-1895, 74 jaar. Neeltje Bakker, dochter van Cornelis Bakker en Maartje Raven, overlijdt Hippolytushoef 15 februari 1893. Haar overlijden wordt aangegeven door Jan Hennink, echtgenoot en koopman van beroep. Het huwelijk is toch weer goed gekomen. Dochter Maartje komt na het overlijden van haar echtgenoot Pieter Maars in 1916 terug naar Wieringen, waar ze op 73-jarige leeftijd in 1926 overlijdt, Kerkplein 8 Hippolytushoef.

Levensloop Maartje Hennink

Geboren: Wieringen 17-07-1852.

Overlijdt: 20-03-1926, 73 jaar, Kerkplein 8 Hippolytushoef.

Huwt: Wieringen 07-08-1873 Pieter Maars, geboren Schagen 31-03-1849, beroep stalknecht, slachter, koopman, koffiehuishouder in Schagen, overleden Schagen 28-01-1916, 67 jaar, zoon van Jan Maars en Sijtje Wagemaker.
Maartje en Pieter worden op 01-01-1880 ingeschreven bij de vader Jan Maars, Wijk C nummer 102, later 73a. Zij blijven na het overleden van vader Jan in het ouderlijk huis wonen.

Neeltje Maars bleef ongehuwd en woonde bij het tante Trijntje. Na het overleden van Trijntje verhuisd Neeltje naar Bergen.

Kinderen:

  1. Jan Maars, geboren 23-06-1873, beroep slager, bierbottelaar in de Parklaan 8 (toen Pompsteeg 6), overleden Parklaan 8 Hippolytushoef 14-06-1927, 52 jaar. Huwt 15-10-1897 Grietje Vroom, dochter van Jan Vroom, schipper, en Aaltje Kooij, geboren 27-02-1874. Na het overlijden van Jan verhuisd Grietje op 18-07-1930 naar Elftstraat 23/27 (nu 9), vervolgens naar Nieuwstraat 48.
    Kinderen: Maria Alida Maars, geboren 1899, overleden Alkmaar 14-02-1960, 61 jaar, huwde 05-08-1920 met Simon Asjes, zoon van Cornelis Asjes en Trijntje Bakker, geboren Wieringen, beroep smid.
  2. Johannes Maars, geboren Wieringen 1875, overleden 03-10-1875, 12 dagen oud.
  3. Neeltje Maars, geboren Wieringen 21-01-1877, overleden Bergen 06-04-1943, 66 jaar en is ongehuwd. Neeltje woont in bij haar tante Trijntje, Beltstraat 47, in 1933 in de Koogerweg. In 1937 vertrekt ze naar Bergen.

Levensloop Trijntje Hennink

Trijntje Hennink en haar Kleine Winkel op Wieringen (1912).
Trijntje Hennink en haar Kleine Winkel op Wieringen (1912).

Geboren: Wieringen 30-06-1856.

Overlijdt: 01-04-1936, 80 jaar, Koogerweg Hippolytushoef, ongehuwd.

Huis-Trijntje-Hennink-Beltstraat

Trijntje heeft rond 1885 in de Dorpsstraat (nu Hoofdstraat 16) een kruidenierswinkel ‘Kleine winkel’, zo staat op een gevelsteen. Ze is een ondernemend type. Zo wordt ze in 1900 gevraagd de levering van stoelen voor de raadszaal en trouwkamer en meer voor het gemeentehuis op Wieringen, te verzorgen. Zij stopt in 1921 met haar winkel, ze is dan 65 jaar.

Het pand wordt dan eigendom van Dirk en Elisabeth (Betje) Doves-Wagemaker, zij zetten de kruidenierswinkel voort. Dirk wordt vrachtrijder en Betje bestiert de winkel. In 1958 gaat de winkel van de hand, mede door de concurrentie en opkomst van de supermarkt, aan Jan Peters (leraar) en Lies Doves (pedicure). Lies is de jongste dochter van Dirk en Betje. Het pand staat er nog altijd, nu woning.

Trijntje woont eerst in bij haar zus maar koopt op 05-08-1900 een huis en land van Martinus de Haan, sectie C perceel 1645, 2952, grootte 1 are 62 centiare, Beltstraat 47. Haar nichtje Neeltje woont bij haar in. In 1921 laat zij een testament opstellen, ze laat al haar bezittingen na aan haar familie. In 1933, 14 september, wordt een koopcontract onroerend goed opgesteld. Dan verkopen Pietertje Koster en Jan Dekker een huis in de Koogerweg 5 aan Trijntje Hennink, voor f 525,=. Haar nichtje Neeltje blijft bij haar inwonen.

Levensloop Jan Maars, zoon van Maartje Hennink en Pieter Maars

In de Pompsteeg, nu Parklaan, begint Jan Maars zijn bierbottelarij, handel in bier en minerale wateren. Wanneer Jan in 1927 overlijdt zet zijn echtgenote Grietje Vroom het bedrijf voort en verhuist van de Pompsteeg naar de Elftstraat 9. Het werk is zwaar. Ze gaat de klanten langs om de bestellingen op te vragen. In de bottelarij wordt ze ondersteunt door haar knecht Engel. In 1934 heeft Simon de Jongh, getrouwd met Geertje Koorn, belangstelling voor het bedrijf, Grietje besluit hier op in te gaan. Aanvankelijk gaat het Simon en Geertje goed, naast de bierbottelarij ontwikkelen ze eigen limonade. Maar als de firma C. Polak en Zonen NV in Groningen een grootse limonadefabriek begint wordt de concurrentie te groot. Simon wordt vertegenwoordiger in kunstmest en verzekeringsagent. Bron: Winkels op Wieringen deel 2.

Jan Maars, geboren 23-06-1873, beroep slager, bierbottelaar in de Parklaan 8 (toen Pompsteeg 6), overleden Parklaan 8 Hippolytushoef 14-06-1927, 52 jaar. Huwt 15-10-1897 Grietje Vroom, dochter van Jan Vroom, schipper, en Aaltje Kooij, geboren 27-02-1874. Na het overlijden van Jan verhuisd Grietje op 18-07-1930 naar Elftstraat 23/27 (nu 9), vervolgens naar Nieuwstraat 48.

Kinderen Jan en Grietje: Maria Alida Maars, geboren 14-12-1898, overleden Alkmaar 14-02-1960, 61 jaar, huwde 05-08-1920 met Simon Asjes, zoon van Cornelis Asjes en Trijntje Bakker, geboren Wieringen 30-11-1895, beroep smid. In 1914 moet Simon opkomen voor de keuring Militaire dienst, hij wordt vrijgesteld ‘Broederdienst’, hij is dan smidsknecht van beroep en heeft lager onderwijs genoten.
Maria Alida en Simon krijgen twee kinderen: Cornelis Asjes geboren 08-11-1920 en Margaretha Asjes, geboren 05-07-1922. Van 27-12-1920 t/m 1923 woont het gezin Asjes op een woonschip in Pernis/Rotterdam. De kinderen zijn op Wieringen geboren. In 1923 verhuizen ze weer naar Wieringen.

Hiermee eindigt zowel de lijn Jan Hennink als Pieter Maars, de twee die elkaar zo bestreden. De lijn gaat over in Asjes.

Winkel van Trijntje Hennink met trapgevel. Het pand is nu een woonhuis en de trapgevel is verdwenen.
Het huis links naast de winkel is gesloopt voor de toegangsweg naar het Cinemaplein.
Rechts het pand van de Wieringer Courant, later Wereldwinkel, nu (2020) schoonheidssalon.
Foto Beeldbank Historische Vereniging Wieringen.

Bezoek Noorwegen, een prachtige locatie tussen Oslo en de westkust: Presterud