Het ziet een beetje vreemd: ‘0 generatie Hamming’, maar soms komt er spontaan iets op je pad waar je blij van wordt. De gegevens zijn verzameld door Hans Homan, www.homanfree.nl Ik heb de gekregen gegevens (nog) niet gecontroleerd maar ga er vanuit dat 99% klopt, gezien de website van Hans Homan. Zelf had ik niet verwacht verder in de tijd terug te komen; internet opent deuren! Lees mijn introductie….

I. Jan Hamming, vaandrig, secretaris weeskamer, luitenant, geboren circa 1560 te Groningen? Overleden circa 1623

Ondertrouwd op 26 7 1600 te Groningen met Geertruidt Engelberts, geboren circa 1575 te Groningen, dochter van Engelbert N.N.

N.B.: Er zijn twee Johan Hammings beide gehuwd met een Geertruit in 1600.

Bij de ondertrouw is voor hem Anna Onnens aanwezig en voor haar haar zuster Harm IJserkremers vrouw.

IIIx 6 fol.137   8 november 1621   10 juni 1623   Vrouw Geesien Engelbers, weduwe van Boele Willems, in de Palm, verkoopt aan haar zwager en zuster de manhafte Johan Hammingh, secretaris van de weeskamer van Groningen, en Geertruit Engelberts (ehel.) een kapitaal groot 300 daler met de rente over olde Johan Cnotte, met zijn schoonzoon Derck Bartholomeus en Jantien Cnotte (ehel.), en de jonge Johan Cnotte, alles volgens de stokleggingsbrief d.d. 15 juli 1619.

IIIx 7 fol.67   22 januari 1625   22 januari 1625   Eijse in die Katte, int Jatt, mede namens zijn vrouw Anneke, is schuldig aan Geertruijt Hamminge, weduwe van Johan Hamminge, gewezen secretaris van de weeskamer te Groningen, 100 Emder gld. à 7%. Tot onderpand het huis zoals ze bewoont. [

IIIx 9 fol.13   27 maart 1626   14 januari 1629   Lambert Heppinge en Arent Geerts schoemaecker en Eeffse (ehel.) verklaren dat Lambert en zijn zuster Arentien Heppinge, genoemde Arents moeder, op 8 mei 1621 hebben gemaakt, alnoch in vullen weerden holden. De scheiding vermeldt zekere graven op het St. Martens Kerckhoff, en een hof en een stuk land waarop Luitien Hovinges huis is gezet en gelegen buiten Heerpoorte, en betreffende Westebringe arve te Burger, afkomstig van wijlen Teso Hamminge en Griete (ehel.) aan Arent Julsinge verkocht, verklaren de comparanten als mede Geertruit, de weduwe van de luitenant Jan Hamminge, dat door tussenspreken en ten overstaan van de heren Jan Buitinck en doctore Winschemio sindico et secretario binnen Groningen.

Uit dit huwelijk:

1. Albertje Hamming, geboren circa 1600 te Groningen.

Ondertrouwd op 1 10 1625 te Groningen met Jan Huisman, luitenant.

Zij wordt in 1611 tot een gilde aangenomen: Albertien Hamminck, kind van Johan Hamminck.

Bij de ondertrouw is voor haar aanwezig haar broer Egbert Hamming.

IIIx 16 fol.98v   19 januari 1637   21 januari 1637   Johan Huisman, luitenant van de kapitein Johan Writzers compagnie voetknechten, en Albertien Hamminge (ehel.) lenen van Geert van Goor, burger te Groningen, en Aeltien (ehel.) 250 daler tegen 17 daler 15 st. rente.

IIIx 22 fol.224v   29 november 1637   4 november 1642   Engelbertus Hamminck, klerk in de stadssecretarie, stelt zich borg voor zijn zwager Johan Huisman en zijn zuster Albertien Hamminck (ehel.) aan de vaandrig Wicher Rottgers voor 700 gld geleend kapitaal en 49 gld. rente wegens een schuldbrief van 29 november 1637. Onderpand: zijn behuizing in Geltingestraate.

IIIx 22 fol.95   7 mei 1642   26 mei 1642   Vrouw Albertien Hamminge, vrouw van Luitenant Johan Huisman, leent van Frerick Roeleffs en Annetien (ehel.) 300 car.gld. à 6%.

Borg: secretaris Engelbert Hamminck, broer van de comparant.

IIIx 22 fol.428   6 januari 1643   18 april 1643   Luitenant Johan Huismans verklaart dat zijn vrouw Albertien Hamminge van Frerick Roeleffs en Annetien (ehel.) met zijn goedkeuring op 18 mei 1642 heeft geleend 300 car.gld. Borg: secretaris Engelbertus Hammingh.

IIIx 47 fol.359v   8 maart 1647   12 juni1666   Luitenant Jan Huisman en Albertien Hammingh (ehel.) zijn schuldig aan kapitein Johan Writsers 2.188 car.gld. 9 st. à 4%.

2. Engelbartus Hamming, geboren circa 1600 te Groningen (zie II).

IIIx 22 fol.164v   27 juli 1640   13 juni 1642   Johannes Schulenborch en Engelbert Hammingh, voorstanders over Harmen Hammingh, tegenwoordig in Brasil [=Brazilië], respectievelijk neef en broer van de comparanten, verklaren dat zij ten laste van de goederen van de pupil lenen van de welgeleerde Johannes Gerhardi Besten, predikant in deze stad, en vrouw Aeltien Geldorpius (ehel.) 600 car.gld. à 6%. Onderpand: twee derde deel van twee huizen, staande in Giltingerstraate, waarvan het eene door voornoemde Engelbert Hammingh, en het andere door mester Hindrick Schurinck kleermaker, wordt bewoond.

3. Harm Hamming, geboren circa 1605 te Groningen.

IIIx 21 fol.442v   14 juni 1642   Herman Hammingh verklaart dat zijn broer de secretaris Engelbert Hamming en cousijn de boekhouder Johannes Schulenborch, zijn gewezen voormond en voogd afrekening hebben gedaan met overlevering van al zijn goederen bij hen in administratie en bedankt hen daarvoor, en absolutelick quiteert hen.

IIIx 22 fol.176   15 juni 1642   Secretaris Engelbert Hamming en Aeltien Sas (ehel.) en hun broer Harmen Hamming zijn overeengekomen hun gedeelde bezit van twee huizen te veranderen. Secretaris Hamming en zijn vrouw dragen over aan hun broer Harmen Hamming het derde deel van de behuizing, door wijlen Eeckholt verkocht aan wijlen hun vader, waardoor hij twee derde hiervan verkrijgt tegen zijn zuster een derde deel. Daar tegenover draag Harmen Hamming aan zijn broer en zuster zijn derde deel van de behuizing waar zij tegenwoordige in woont, staande in de Geltingestraate, waardoor het vermelde huis nu geheel aan haar toebehoort.

IIIx 22 fol.219   31 oktober 1642   1 november 1642   Harmen Hammingh leent van Helperich Roelefs en Cornelisien (ehel.) 500 car.gld. à 5½%. Onderpand: tweederde deel van een huis in de Geltingestraate

IIIx 23 fol.72v   20 mei 1643   27 mei 1643   Harmen Hamminghe, zoon van wijlen Jan Hammingh in Geltingestraate, verklaart schuldig te zijn aan vaandrig Wicher Rotgers 788 gld. 12 st. à 6% wegens geleverde winkelwaren. Onderpand: zijn deel van de behuizing staande in de Geltingestraet, waarin Johan Dercx, kramer, woont. Borg: Engelbartus Hamminghe, mede namens zijn vrouw.

Generatie II

II Engelbartus Hamming, secretaris, geboren circa 1600 te Groningen, overleden na 1664 te Groningen, zoon van Jan Hamming (zie I) en Geertruidt Engelberts.

Ondertrouwd op 2 5 1635 te Groningen, gehuwd voor de kerk op 21 6 1635 te Groningen met Aaltien Sas, geboren ca 1615, overleden na 1654 te Groningen, dochter van Hans Sas.

Hij wordt in 1611 tot een gilde aangenomen: Engelbert Hamming, kind van Johan Hamminck.

Ingeschreven aan de universiteit van Groningen als student in de filosofie 20 8 1624.

IIIx 44 fol.240v   8 augustus 1662   9 augustus 1662   Secretaris Engelbert Hammingh en Aeltien Hammingh (ehel.) lenen van Elle Hammingh 1.000 car.gld. à 5%.

IIIx 46 fol.114v   4 juni 1664   6 juni 1664   Engelbert Hamminck en vrouw Aeltien Sas (ehel.), in de Heerestrate, zijn schuldig aan Evert Hendricx Simter en Jantien (ehel.) 150 car.gld. à 6%, wegens een handschrift van 1645 en enige contanten.

IIIx 46 fol.219   6 september 1664   9 september 1664   Secretaris Engelbert Hamminck en vrouw Aeltien Sas (ehel.) zijn schuldig aan olderman Allert Arents en vrouw Hendrickien Evers (ehel.) 750 car.gld. à 4% wegens ontvangen penningen en genoten winkelwaren.

IIIx 47 fol.30v   19 april 1665   19 april 1665   Vrouw Alegunda Sas, weduwe van Engelbertus Hammingh, mede namens de vaderloze kinderen, is schuldig aan haar zuster vrouw Helena Sas, weduwe van Edsard Huisman, 850 car.gld. à 5%. Heerkomende 260 car.gld. van een handschrift in dato 11 december 1654 door Engelbertus Hamminck vertekent, welke nu geannuleerd wordt, en de rest heerkomende van gerede verschoten penningen en anders volgens boeck mede ten tijde van haer zalige lieve eheman genoten.

IIIx 47 fol.33   20 april 1665   20 april 1665   Vrouw Alegonda Sas weduwe Hammingh is schuldig aan de heer rentemester Rembt d’Mepsche 212 car.gld. 10 stuiver, heerkomende wegens gerede en verschoten penningen.

Uit dit huwelijk:

1. Geertruit Hamming, geboren ca 1638 te Groningen, overleden voor 1664.

Ondertrouwd op 14 7 1660 te Groningen met Rembart Ruisier, overleden voor 1671 te Groningen.

Hij hertrouwt met Jantje Koiter.

Op 12 5 1671 werd over het kind van wijlen Remmert Roesiers en Geertruit Hamming als voormond Abraham Huisman JUD en als voogd luitenant Johan Hamming aangenomen.

Bij het huwelijk tussen Rembert en Geertruit is voor haar haar vader Engelbert Hamming aanwezig.

Bij het huwelijk tussen Rembert en Jantje is voor hem aanwezig secr. Hamming en voor haar Jan Vriese als zwager.

Op 12 5 1671 werd over het kind van wijlen Remmert Roesiers en Geertruit Hamming als voormond Abraham Huisman JUD en als voogd luitenant Johan Hamming aangenomen.

IIIx 52 fol. 14v  12 mei 1671   De erentf. hooggel. Abraham Huisman J.U.Doctor en de erentf. manhafte luitenant Johan Hammingh in qlte. als voormond en voogd over Remmert Rosiers en Geertruit Hammingh gewezen ehelieden onmondige kind ter enen en de deugdzame vrouw Jantien Coiter tegenwoordig huisvrouw van Johan Vriese ter andere zijde bekennen dat ze volgens akte van authorisatie van 21 januari jongstleden met elkaar ten overstaan van de hopman Roeleff Helpricx Reusingh als mede administrator der weeskamer een afkoop hebben gemaakt van alle goederen die wijlen Remmert Rosier bij zijn overlijden heeft nagelaten. Vrouw Jantien Coiter zal alle roerende en onroerende goederen hebben met profijten en lasten, waartegen de voorstanders de kleding clenodien en lijfstoebehoren van de vader zoals ze in de inventaris staan zullen hebben en daarboven aan geld 219 car. gld. 6 strs.

De voorstanders verklaren de kleding en clenodien al te hebben ontvangen. Het geld zal met 5 % rente over een half jaar worden betaald. De voorstanders verklaarden wegens de moederlijke goederen 155 car. gld. 14 strs. te hebben ontvangen. Als de 219 car. gld. 6 strs niet binnen een half jaar zullen zijn betaald, dan wordt dit contract gemortificeerd, doch met goedvinden van de voorstanders.

2. Hans Sas Hamming, gedoopt op 1 7 1642 te Groningen.

3. Abraham Hamming, gedoopt op 6 11 1644 te Groningen.

4. Jantje Hamming, gedoopt op 30 5 1647 te Groningen.

5. Berent Hamming, geboren circa 1650 te Groningen. Mijn voorouder.

6. Abraham Hamming, gedoopt op 31 3 1650 te Groningen.

7. Helena Hamming, gedoopt op 6 8 1652 te Groningen.

8. Jacob Cnotte Hamming, gedoopt op 18 1 1654 te Groningen.